Gelukkig deed veldwerker Linda Vonk net een stap terug toen een dakloze man op straat hete koffie naar haar gooide. Vonk, die de koffie even ervoor zelf had uitgedeeld, had de man verteld dat hij hulp nodig had. Die vond dat een slecht advies. “Toen hij mijn collega wilde duwen, moesten we wegrennen.”
Bij de Albert Heijn vonden ze een veilige haven en belden ze de politie. Vonk wist dat de man al langer verward gedrag vertoonde. “Hij schreeuwde tegen voorbijgangers op straat, viel soms mensen aan, gooide weleens een ruit in en had een gebiedsverbod bij de plaatselijke supermarkt.”
Linda Vonk ziet tijdens haar veldwerk het aantal incidenten met verwarde personen toenemen. Voormalig bestuursvoorzitter Cornel Vader denkt dat het gebrek aan beschermde woonplekken voor deze mensen een van de belangrijkste oorzaken van die toename is. Het aantal incidenten met verwarde personen op straat neemt toe, blijkt uit politiecijfers (zie kader onderaan). Vonk weet hoe die cijfers er in de dagelijkse praktijk uitzien. Ze heeft ermee te maken tijdens haar veldwerk, bijvoorbeeld als ze dekens en eten aan zorgmijders op straat uitdeelt. Ze ziet het ook in de nachtopvang in Dordrecht waar ze dak- en thuislozen begeleidt. “Een jaar of tien geleden was er ook weleens wat”, vertelt ze, “maar nu vertoont bijna de helft van deze mensen weleens onbegrepen gedrag.” Het leidt tot meer agressie en situaties waarbij de veiligheid in het geding is, ziet ze. “Op iedereen in de opvang heeft het impact: op de verwarde mensen zelf, op de mensen die ermee moeten samenleven en op de medewerkers.”
Meerdere problemen tegelijkertijd
Omdat het de groeiende problematiek nogal urgent vond, sloeg het Leger des Heils in 2015 alarm. Aanleiding was een onafhankelijk onderzoek dat het Leger in de eigen dag- en nachtopvangcentra liet uitvoeren. “Daaruit bleek dat de helft van de mensen die er verblijft, niet in staat is om zelf regie over het eigen leven te voeren”, vertelt Cornel Vader, tot december 2020 bestuursvoorzitter Leger des Heils Welzijn en Gezondheidszorg. “Deze mensen hebben vaak meerdere problemen tegelijkertijd: een psychiatrische stoornis, een langdurige verslaving en een licht verstandelijke beperking. Bij de mensen die wij in een verwarde toestand aantreffen, gaat het bijna altijd om een combinatie van deze problemen. Ze hebben meestal verschillende mislukte zorgtrajecten achter de rug en kampen met schulden.”
Hoe verklaart Vader dat juist deze groep groter is geworden? Hij kan de kwestie niet los zien van de algehele problematiek rondom dak- en thuislozen. “Er zijn de afgelopen tien jaar meer dak- en thuislozen bijgekomen en dus bevinden meer mensen zich in een wanhopige situatie. Dat betekent dat er ook meer verwarde mensen op straat zijn.”
Voor het toegenomen aantal dak- en thuislozen zijn talloze redenen, zegt hij. Bezuinigingen in de ggz, gedetineerden die zonder goede begeleiding en een fatsoenlijk plan de maatschappij worden ingestuurd, en – misschien wel het belangrijkst – het gebrek aan beschermde woonplekken voor mensen die kwetsbaar zijn. De laatste acht tot tien jaar is er fors gesneden in de asielfunctie van de ggz, weet hij. “Het is politiek beleid dat past bij het idee van de participatiemaatschappij. Zelfredzaamheid staat daarin voorop. Dat betekent dat ook kwetsbare personen zelfstandig in hun eigen buurt wonen.”
Vader pleit juist voor meer beschermde woonplekken. “De mensen om wie het gaat, redden het niet alleen; ze hebben blijvend hulp en ondersteuning nodig. Mensen blijven nu te lang in onze opvanglocaties zitten, omdat er te weinig doorstroommogelijkheden zijn. Dat maakt de problemen alleen maar groter.”
Geen gevaar voor zichzelf
Ook de man die met de hete koffie gooide, is beter af in een beschermde woonplek, denkt veldwerker Linda Vonk. In het magazijn van de Albert Heijn waar ze naartoe vluchtte, vroeg ze de politie om de man mee te nemen naar het bureau voor een beoordeling door een psychiater. Vonk: “Maar de psychiater vond dat hij geen gevaar voor zichzelf of zijn omgeving was.”
Twee dagen na het koffie-incident zag ze hoe de man bij de ingang van de nachtopvang werd tegengehouden door de beveiliging. “Hij schreeuwde dat ik een trut was die hem wilde opsluiten, en nog wel wat ergere dingen. Hij riep: ‘Ik pak je nog wel een keer.’ Ik heb toen weer een melding bij de politie gedaan en een verzoek om een beoordeling.” De man loopt nog steeds buiten rond. “Wij zien het misgaan, maar er wordt pas ingegrepen als het volledig uit de hand loopt.”
Drangzorg
Dat moet veranderen, vindt Vader. “Wij pleiten ervoor dat mensen soms verplicht hulp en begeleiding moeten accepteren. Drangzorg noemen we dat. Burgemeesters moeten hiervoor in het kader van de openbare orde en veiligheid meer bevoegdheden krijgen.” Daarnaast ziet hij graag dat de psychiatrische hulpverlening laagdrempeliger wordt. Hij denkt bijvoorbeeld aan meer psychiatrische hulp op straat en in de opvang.
Is er de laatste jaren dan helemaal niets voor verwarde mensen op straat veranderd? Vader: ”Een zorgverzekering is voor meer mensen bereikbaar geworden, er zijn minder uithuisplaatsingen en bij justitie is nu echt het besef gekomen dat je mensen uit detentie niet onvoorbereid de samenleving moet insturen. Een deel van het beleid is er, maar de uitwerking moet beter.”
Veldwerk de moeite waard
Hoewel het werk van veldwerker Vonk er niet makkelijker op is geworden, peinst ze er niet over om te stoppen. Altijd zijn er wel momenten die het werk voor haar de moeite waard maken. Zoals een paar maanden geleden, toen ze op een verregende dag een zwaar vervuilde vrouw aansprak in het treinstation van Dordrecht. “Ik zei tegen haar: ‘Met dit weer zou je buiten zo kunnen douchen.’ De vrouw keek me aan en reageerde: ‘Als jij dat doet, doe ik met je mee.’ Een collega van Vonk haastte zich naar een winkel om een fles shampoo te kopen. Even later zagen voorbijgangers hoe Vonk en de vrouw hun haren in de stromende regen wasten. “Mensen die het zagen, dachten misschien: dat wijf is gestoord. Maar dat maakte me niet uit. Ik wil op een gelijkwaardige manier met mensen omgaan en dus ook met deze vervuilde vrouw. Ik stond letterlijk naast haar."
Aantal meldingen verward gedrag verdubbeld
Van iemand die pardoes z’n spullen uit het raam kiepert tot een buurman die schreeuwend zijn buren uit de slaap houdt: de politie rukt dagelijks uit voor mensen die de grip op hun leven dreigen te verliezen. “De problemen die het Leger des Heils signaleert, ervaart de politie ook elke dag”, vertelt Henk van Dijk, Landelijk Programmaleider Personen met verward gedrag bij de Nationale Politie. “Wij zien steeds meer incidenten. Niet alleen op straat of in opvanglocaties, maar in de hele maatschappij.”
In 2019 kreeg de politie bijna 100.000 meldingen over mensen met verward gedrag; een ruime verdubbeling ten opzichte van acht jaar geleden. “Deze cijfers laten maar een deel van de werkelijkheid zien”, legt Van Dijk uit. “Als iemand bijvoorbeeld in verwarde toestand een winkeldiefstal pleegt, heet zo’n melding ‘winkeldiefstal’ en niet ‘overlast door verwarde personen.’ En zo zijn er nog wel meer categorieën. Meldingen over mensen met dementie die bijvoorbeeld verward over straat lopen, horen weer wél bij ‘die 100.000’.” Van Dijk wil graag dat de mensen achter de cijfers beter zichtbaar worden. “Daar wordt momenteel hard aan gewerkt.”
Als de politie een melding krijgt waarbij sprake is van een strafrechtelijk feit, gaat de politie daarmee aan de slag, legt Van Dijk uit. “Ook verlenen we noodhulp. Als iemand verward is, helpen wij deze persoon richting huis of proberen we hem naar de hulpverlening te begeleiden. We zien nu echter een grote groep mensen op ons afkomen die structurele en professionele hulp nodig heeft. De verantwoordelijkheid voor die hulp ligt primair bij de gemeenten en de zorgpartijen.”