Jeugdbeschermer Zaheda (35) werd als zes maanden oud baby'tje geadopteerd. Daardoor weet ze hoe belangrijk het is waar je wieg staat, hoe het is op te groeien zonder biologische familie en hoe dit als rode draad door je leven kan lopen. Zaheda zet zich als jeugdbeschermer in voor het betrekken van de ouders en familie in de levens van haar clienten. “Het blijft hun familie.”
Hoe verloopt je dag vandaag?
“Nu nog volgens agenda, maar dat kan veranderen. Dit interview is al twee keer verplaatst door crisissen. Een aantal kinderen moest doorgeplaatst worden door onveiligheid. Ik moest acuut op zoek naar een nieuwe plek. Pas laat in de avond lukte het om een oplossing te vinden voor de kinderen waarbij ze samen konden blijven. Twee andere cliënten waren weggelopen. Het samenwerken met politie en ouders en het onderhandelen met de jongeren kostte veel tijd. Intensieve situaties, maar ik geloof in die manier van werken.”
Hoe doe je dat thuis?
“Gelukkig heb ik veel steun; mijn man en ik stemmen onze banen zoveel mogelijk af in combinatie met de zorg. We zijn de trotse ouders van onze vier kinderen. We zijn een commitment aangegaan dat ik dit werk doe. Mijn schoonmoeder ondersteunt veel en mijn ouders passen op als het kan. Zonder dit alles zou het niet kunnen, jeugdbescherming is topsport binnen de jeugdhulpverlening.”
Waarom ben jij ooit jeugdbeschermer geworden?
“Bij ons thuis, een liefdevol christelijk gezin, was het vanzelfsprekend dat je klaar stond voor de mensen die dat nodig hadden. Toch ging ik op mijn vijftiende uit huis. Ik zat in de puberteit, een tijd van identiteitsontwikkeling. In mijn beleving was het nodig om ‘mijn eigen weg’ te gaan. Zo voelde dat. School bleef mijn houvast, daar had ík invloed op. Na de mavo deed ik SPW (mbo) en daarna SPH (hbo). Door de langere weg deed ik meer praktijkervaring op en kwam ik in contact met jeugdbeschermers. Ik vond het direct een mooi beroep. Ik wilde éérst ervaring opdoen, omdat ik mezelf nog te jong vond voor deze verantwoordelijke functie. Na de jeugdgevangenis, andere jeugdzorgsettingen (open en besloten) en drie jaar bij W&G van het Leger des Heils, werk ik nu 6,5 jaar met veel plezier als jeugdbeschermer bij LJ&R.”
Welke zaak staat op je netvlies?
“Een meisje van 8 jaar met een zeer belast verleden. Haar woonplaats ligt oorspronkelijk in een andere regio. Dat brengt veel ingewikkeldheden qua regelingen met zich mee. Ik ga dan om tafel met de gemeente en hulpverleners en vraag: ‘Hoe gaan wé dit oplossen, ieder vanuit eigen taak en verantwoordelijkheid en het liefst los van bureaucratie en financiën?’ Ik stá voor het kind en kijk graag creatief naar mogelijkheden. Daarnaast een ander meisje dat veelvuldig misbruikt is door haar vader. Als voogd ziet zij mij als vertrouwenspersoon. Haar zaak wil ik écht houden tot zij 18 is.”
Welke waardevolle les heeft dit werk jou geleerd?
“Een kind blijft altijd verbonden met de familie. Als cliënten 18 jaar zijn, wil ik ze kunnen zeggen dat ik, passend bij hun belang, geprobeerd heb om hun ouders en broertjes en zusjes een plekje te geven in hun leven. Dat is voor mij een belangrijke waarde. Ik weet hoe het is om zonder biologische gezin op te groeien. Het maakt veel uit waar je wieg staat of komt te staan. Als het op een goede plek staat en je maakt ellende mee, is er een vangnet van het gezin waarin je opgroeit, zo mocht ik ervaren. Ik zet me in voor kinderen waar de wieg niet altijd veilig staat. Ouders wil ik hierin begeleiden hun situatie te stabiliseren waar mogelijk.”
Hoe speelt jouw christelijk geloof/identiteit een rol in je werk?
“Het Leger des Heils is er voor de ‘mensen zonder helper’ en staat erom bekend altijd een stapje meer te doen. Juíst bij hulpverleningsmoeheid en multi-problematiek, dáár ligt onze specialiteit en kwaliteit. Zelf probeer ik zoveel mogelijk zonder oordeel te werken. Het is zo belangrijk om mensen opnieuw kansen te geven, een stukje vergeving en vertrouwen in wat zij wél kunnen. Omzien naar elkaar en in verbinding staan, speelt vanuit mijn geloof en mijn levenspad door in mijn werk.”