Koning Peter ontmoet zijn onderdanen in de buurthuiskamer
Koning Peter is binnen het Leger des Heils geen onbekende. Daar is hem ook alles aan gelegen; hij staat graag in de belangstelling. Iedereen moet namelijk weten dat hij eigenlijk de koning der koningen is, de baas van Nederland en Israël, en tevens de messias.
Deze koning komt elke dag in zijn scootmobiel naar de buurthuiskamer van het Leger des Heils in Amsterdam-Noord, met kroon en mantel. Want als hij thuisblijft in zijn flat, kennen alleen de thuiszorgmedewerkers hem, en hij heeft meer onderdanen dan hen.
Acht jaar geleden kwam Peter voor het eerst in de buurthuiskamer. De coördinator van deze buurthuiskamer, Yvonne van Lambalgen, had een brunch georganiseerd voor alle mensen in Amsterdam-Noord die wijkverpleging krijgen van het Leger des Heils. “Toen kreeg ik het hele verhaal van Peter te horen. Over dat hij koning is. Peter komt sindsdien elke dag. Hij voelt zich niet te koninklijk om te helpen, hoor. Peter helpt altijd met de vaat, en hij heeft veel bezoekers hier leren rummikuppen.”
Tekst gaat verder onder de afbeelding.
Ongeluk
Peter is niet meer zo goed ter been, maar stampvoet wel af en toe als hij staat. Dat is ook sinds het ongeluk. “Op 29 november 1960 om tien over zeven heb ik een
frontale botsing met een oplegger van meer dan 25 ton gehad. Ik zat op de fi ets. Sindsdien weet ik dat ik de koning en messias ben. Ik lag toen in het ziekenhuis, en de neurologen en internisten waren erg verbaasd. ‘U wandelt zonder lichaam door het ziekenhuis’, zeiden ze. Ja, je denkt dat je droomt aan het begin. Maar het is geen droom.”
Bij zijn onderdanen
Yvonne onderbreekt af en toe zijn relaas, om hem aan te moedigen een slok van zijn koffi e te nemen. “Peter is de enige met een eigen mok hier.” Of om hem te helpen herinneren aan iets. Weet hij nog dat hij bij de opening van een andere locatie van het Leger des Heils tegen koning Willem-Alexander zei ‘Hé collega!’? “Ja, sommige mensen vinden mij gestoord”, zegt Peter. “Maar het instituut van de mensheid staat aan mijn kant.” Peter heeft hier een kussen om op te zitten, en een kussen onder zijn voeten. Zo zit hij toch een beetje op een troon. Waarom hij zo trouw in de buurthuiskamer komt? “Hier zijn mijn onderdanen. Als ik thuisblijf, kunnen de mensen hun koning niet ontmoeten. Hier wel.”
Dit verhaal verscheen eerder in Soelaas, het magazine van het Leger des Heils. Wil je de Soelaas ook ontvangen?