We krijgen de opdracht weer eens te laat binnen. Vandaag komt meneer Aydin* al vrij en heeft in zijn voorwaarden een locatiegebod met elektronische monitoring. Als de wiedeweerga gaan we aan de slag om de aansluiting op de enkelband te regelen. Maar als we hem bellen om de afspraak te maken, deinzen we terug.
We krijgen een verward verhaal, vol scheldwoorden, dat erop neer komt dat er helemaal geen enkelband aan de orde kan zijn. Onmogelijk. Want hij komt uit België en zou daar sowieso al zijn vrijgelaten. Bovendien heeft hij al een groot bedrag aan borg betaald. Op de achtergrond horen we een vrouw die meeschreeuwt en roept dat zij de borg heeft betaald.
Zus
Omdat de man steeds minder te volgen is neemt zij, de zus bij wie hij in huis is, het gesprek over met een woordenstroom die alleen te volgen is als je heel snel kan luisteren. En nu is het de man die op de achtergrond blijft schreeuwen en dreigen en roepen dat hij geen enkelband hoeft. En wij maar uitleggen dat hij een voorwaardelijke invrijheidstelling heeft, waarbij nooit een borg te pas kan komen.
800 dagen zitten
Na dit gesprek besluit mijn collega, die bij de aansluiting aanwezig zou zijn, dat zij geen trek heeft in een huisbezoek aldaar. Ze belt de volgende dag opnieuw met de zus. Nogmaals legt ze uit dat als haar broer niet gaat meewerken, wij de opdracht retour zenden en dat dit in zijn geval kan betekenen dat hij ruim 800 dagen moet gaan zitten. De zus haalt bakzeil en maakt een afspraak om haar broer alsnog te laten aansluiten bij ons op kantoor.
Geen gehoor
Echter op de afgesproken tijd verschijnt alleen de technische man met de apparatuur. Geen meneer Aydin te bekennen en ook geen zus. Als we hen bellen geen gehoor. De technische man wacht een half uur en vertrekt dan naar andere afspraken.
Wat nu? We besluiten de opdracht toch retour te sturen. Dan moet de rechter maar bepalen wat er moet gebeuren.
Nieuwe woordenstroom
Een uur later belt meneer Aydin en zegt dat zijn zus de tijd niet goed had doorgegeven. Hij wil alsnog komen. Wij geven hem te kennen dat de afspraak heel duidelijk was en dat het nu te laat is. Meteen slaat zijn stemming om.
“Die enkelband slaat nergens op. Ik heb niks met die hele fucking reclassering van jullie te maken.”
Meteen daarna belt de zus weer met een nieuwe woordenstroom. Ze komt vanmiddag alsnog met hem voor de aansluiting, hij wil heus wel meewerken. Wij leggen opnieuw uit dat dit niet zo werkt. “ Geef mij dan maar het nummer van die technische dienst, dan regel ik de aansluiting zelf, zegt ze.
Nee, ook dat werkt niet zo. Haar broer mag volgende week wel komen voor zijn meldplicht, omdat het toezicht doorloopt tot aan de rechtszitting waarin over ons retouradvies wordt beslist.
Een week later komt meneer Aydin inderdaad op de afspraak. Het gesprek begint rustig. “Ik heb niks verkeerd gedaan, ik heb alleen maar goede dingen gedaan. Ik hoef dit niet. Ik ben overgedragen van België naar Nederland omdat mijn advocaat dat adviseerde, maar jullie zijn alleen maar slechter, jullie geven extra straf terwijl ik in België al klaar was”
Schelden en schreeuwen
We nemen zijn strafblad van 25 pagina’s erbij en leggen uit dat België drie strafzaken aan Nederland heeft overgedragen en dat die hier nog zijn gevoegd met twee Nederlandse zaken. En dat de voorwaardelijke invrijheidstelling betekent dat hij al ruim 800 dagen eerder vrij is, maar wel met voorwaarden waar hij zich aan moet houden. We komen er niet doorheen. Hij begint weer te schelden en te schreeuwen. We beëindigen het gesprek en hij loopt boos weg.
Zonder hoofdletters punten en komma’s
Twee uur later worden we door de receptie gebeld. “Een meneer en mevrouw voor jullie”. Alleen de zus komt de spreekkamer in. Meneer Aydin moet van haar in de wachtkamer blijven. Ze staat voor ons als een gespannen elastiek. Er wordt een woordenvloed over ons uitgestort zonder hoofdletters punten en komma’s. Gelukkig zijn we voorbereid en geconcentreerd.
“Ik heb hem echt onder de duim hij doet wat ik zeg ik garandeer jullie dat ik ervoor zal zorgen dat hij meewerkt ik heb al werk voor hem geregeld hij kan bij mij wonen ik let op hem ik zorg dat hij zich gedraagt maar ik ga volgende week trouwen en mijn moeder komt uit Turkije is al geboekt ze komt morgen al vorig jaar zou hij vrij komen en was ze ook helemaal uit Turkije gekomen om hem te zien en werd het op het laatst ingetrokken laat hem alstublieft nu niet weer de gevangenis in moeten dan komt het echt niet meer goed ik neem de verantwoording voor hem alstublieft geef hem nog een kans een laatste kans als hij die niet benut zijn wij als familie ook klaar met hem maar…”
Opgelucht
We onderbreken haar. Zo is het genoeg. Er staan tranen in haar ogen en ik zie de wanhoop. Misschien heeft meneer Aydin dit niet verdiend, maar we besluiten alsnog een nieuwe aansluiting te regelen. Over een maand is de zitting, in die maand kan hij laten zien wat zijn inzet is en wij zullen voor de rechter rapporteren wat dan inmiddels onze ervaring is en of we verder kunnen met het toezicht.
Ze ontspant, veegt haar tranen weg en er breekt een lach door. Ze haalt opgelucht adem: “Dank u wel, dit gaat echt lukken! Dank u wel!”
* Dit is een gefingeerde naam
Over Pia
Ruim 13 jaar werk ik nu bij de reclassering. Daarvoor heb ik 17 jaar met oorlogsgetroffenen gewerkt. Je zou denken een omslag van slachtoffers naar daders. Dat is ook zo, maar ik heb in die 17 jaar ook heel wat daders ontmoet en de afgelopen 13 jaar vele slachtoffers. Er is altijd een verhaal met meerdere (onvermoede) kanten dat je moet kennen om de beweegredenen en de keuzes van iemand te begrijpen.
Dit jaar ben ik zestig geworden en ik had nooit gedacht dat dit zo’n mooie leeftijd is. In de kracht van mijn leven, vol energie en mèt die wijsheid die met de jaren komt, voelt de tijd die ik voor de boeg heb als een grote rijkdom. De interesse voor mijn werk, zowel met slachtoffers als met daders, komt voort uit dezelfde passie als mijn liefde voor literatuur. Vanuit mijn zoektocht naar wat mensen beweegt: wat maakt hen tot wie ze zijn, wat brengt hen ertoe te doen wat ze doen? Ten kwade of ten goede? En daar dan woorden voor vinden die inzicht geven, verhelderen en prikkelen tot nadenken.