.
reclassering zorg dakloos

Te laat

Columns uit de reclassering

Reclassering Tekst: Pia Hoff

Meneer Putte woont in de berging in de flat van zijn ex. Hij ziet er verlopen uit en je ruikt hem al van verre. Logisch, in de berging is geen stromend water, geen wc en ook geen raam. Hij mag wel in de flat van zijn ex douchen, maar alleen op zondag, als zij er niet is.

Tot twee jaar geleden was hij installateur, had hij zijn eigen bedrijf en zijn eigen bedrijfsbus met gereedschap en andere benodigdheden. Maar hij had al langere tijd te weinig werk.

Leasebus
Omdat hij ouder werd en niet meer goed met de tijd meekwam. De digitale wereld is voor hem abracadabra. En ging lichamelijk achteruit. Door hartklachten werd het werken zwaarder en was hij soms zelfs helemaal niet in staat om te werken. Hij kon zijn aandeel in de kosten van de flat niet meer betalen. Die was van zijn vriendin, hij was acht jaar geleden bij haar in getrokken. Er ontstonden spanningen en uiteindelijk gaf zij te kennen dat hij weg moest. Hij verhuisde naar zijn bus. Spaargeld had hij niet, hij had altijd bij de dag geleefd en opgemaakt wat hij verdiende. Nu had hij spijt dat hij nooit had nagedacht over een oudedagvoorziening. Nu en dan had hij nog een klusje voor een oude klant en kon daarvan net in leven blijven. Maar al snel begon hij achter te lopen met de kosten voor de bus. Het was een leasebus. Er kwamen aanmaningen om te betalen. Daarna om de bus in te leveren. Toen hij de bus niet inleverde werd er aangifte gedaan van diefstal. Daarom heeft hij nu reclasseringstoezicht. Zijn ex wil hem niet opnieuw in huis. Zo kwam hij in de berging terecht.

 Hartproblemen
Ik ga aan de slag. Er blijkt een mogelijkheid voor spoedplaatsing in Rotterdam. Maar meneer weigert. De paar mensen waar hij nog iets mee heeft wonen in Alphen en daar wil hij blijven. De Binnenvest (daklozenopvang) stelt een ambulante werker beschikbaar. We maken een afspraak voor een gezamenlijk gesprek, maar voordat het zover is blijkt dat meneer Putte in het ziekenhuis ligt met opnieuw: hartproblemen.

Niet verzekerd
We bezoeken hem in het ziekenhuis. Hij ligt alleen in een kamer, zijn grauwe baard op het witte laken en daarboven een pokdalige neus en twee fletsblauwe ogen. Met moeite gaat hij rechtop zitten. “Ik blijk nu darmkanker te hebben.” Acht weken gaan voorbij. We bezoeken hem iedere week. Hij blijkt niet verzekerd te zijn. Het ziekenhuis heeft wel een potje, maar dat mag niet te lang duren en we mogen er niet over praten. We melden hem aan bij alle mogelijke woonplekken en voorzieningen. Maar overal zijn lange wachttijden en niemand zit op hem te wachten. “Mevrouw, iederéén die hier wordt aangemeld is urgent”.

Potdicht
Hij heeft vier broers en zussen die geen contact met hem willen en hem niet komen bezoeken. Uiteindelijk zet het ziekenhuis hem op straat met zijn chemokuur in een papieren zak. Hij moet nu wel terug naar de berging. Wij hebben geen betere plek kunnen regelen. En geen thuiszorg, want het is geen legaal adres. We bezoeken hem samen met de woninginspectie van de gemeente, die inmiddels op de hoogte is. Ze zetten hem niet op straat en regelen zelfs flessen water en een emmer met deksel voor zijn ontlasting. We praten overal als Brugman om ergens een deur te openen, maar alles blijft potdicht.

Appartementje
Als ik ’s avonds in mijn comfortabele huis onder de douche sta, probeer ik de gedachten aan die stinkende berging van mij af te spoelen. Ik doe toch mijn best?

Na drie maanden komt de gemeente toch met een aanbod. Hij zal twee weken in een hotel worden gehuisvest en dan krijgt hij een appartementje. Dit zal zelfs op kosten van de gemeente worden gemeubileerd. Wat een opluchting!

Het appartementje heeft hij nooit gezien. Na een paar dagen in het hotel is hij met spoed opnieuw in het ziekenhuis opgenomen. Twee weken later is hij daar overleden. Wij blijven achter met de vraag: “had dit anders gekund?”

Over Pia
Ruim 13 jaar werk ik nu bij de reclassering. Daarvoor heb ik 17 jaar met oorlogsgetroffenen gewerkt. Je zou denken een omslag van slachtoffers naar daders. Dat is ook zo, maar ik heb in die 17 jaar ook heel wat daders ontmoet en de afgelopen 13 jaar vele slachtoffers. Er is altijd een verhaal met meerdere (onvermoede) kanten dat je moet kennen om de beweegredenen en de keuzes van iemand te begrijpen.

Dit jaar ben ik zestig geworden en ik had nooit gedacht dat dit zo’n mooie leeftijd is. In de kracht van mijn leven, vol energie en mèt die wijsheid die met de jaren komt, voelt de tijd die ik voor de boeg heb als een grote rijkdom. De interesse voor mijn werk, zowel met slachtoffers als met daders, komt voort uit dezelfde passie als mijn liefde voor literatuur. Vanuit mijn zoektocht naar wat mensen beweegt: wat maakt hen tot wie ze zijn, wat brengt hen ertoe te doen wat ze doen? Ten kwade of ten goede? En daar dan woorden voor vinden die inzicht geven, verhelderen en prikkelen tot nadenken.

Reclasseringswerkers Pia en Sofie