Een lange adem, geduld en een plan zijn volgens Esther de succesfactoren van “Op de rails”. Esther Postma werkt als ambulant medewerker bij het Leger des Heils in Enschede. Ze weet door haar ervaring als ambulant werker hoe de samenloop van diverse omstandigheden tot ingewikkelde problemen kunnen leiden. “Met ‘Op de rails’ willen we voorkomen dat mensen uit huis worden gezet en in de maatschappelijke opvang terecht komen. We kunnen bijvoorbeeld woningcorporaties helpen als het niet meer lukt om binnen te komen”, vertelt Esther.
Esther legt aan de hand van een casus uit hoe ‘Op de rails’ werkt
Toen ik twee jaar geleden werd gevraagd om een casus op te pakken voor de woningcorporatie werd ik super enthousiast. Ik hou wel van een uitdaging. Ik verdiep mij graag in de combinatie van problemen en bedenk dan hoe we binnen kunnen komen en samen oplossingen kunnen bedenken. In het geval van de casus van een oudere man met inwonende zoon en zijn vriendin heb ik een lange adem nodig gehad. De hulpverlening kwam bij deze mensen niet meer binnen, de zoon wees alle aangeboden hulp de deur. Zo’n casus vraagt vooraf wel wat denkwerk, maar ook tussendoor moet je altijd een plan B of C hebben. Ik denk na over de verschillende scenario’s die zich voor kunnen doen en dat helpt om telkens weer over de drempel te komen.
“Het komt nu niet uit”
Zo kwam het dat ik twee jaar geleden aanbelde bij deze meneer. Er werd niet opengedaan, maar de telefoon werd wel opgenomen. “Het komt nu niet uit, ik heb vieze handen en ben in de tuin”, kreeg ik te horen. Daar had ik wel min of meer rekening mee gehouden. Ik gaf aan dat dat geen probleem was, er was immers een ‘achterom’. En zo stonden we even later te praten in de achtertuin. Meneer was toen 77 jaar en woonde samen met zijn zoon en diens vriendin in een huurwoning. Er waren meldingen van overlast en de huurder hield zich niet aan een de clausule in het huurcontract, wat gaat over overlast door rommel of vuil in en om het huis. Ook werden er meldingen gedaan bij het meldpunt huiselijk geweld. Na deze eerste kennismaking werd een week later de deur wel opengedaan, daar begon een tijd van vertrouwen winnen en kleine stapjes zetten. De kinderen waren ineens een paar weken vertrokken, en dat gaf rust en ruimte om samen met meneer het één en ander op de rit te krijgen. Er waren bijvoorbeeld financiële uitdagingen doordat hij gekort werd op zijn uitkering vanwege het samenwonen met de zoon en zijn vriendin. Hierdoor ontving hij bijvoorbeeld ook geen toeslagen meer. Ook speelde er verslavingsproblemen bij de zoon en zijn vriendin. De man kon eigenlijk niet meer een eigen leven leiden.
Twee jaar lang met ups en downs
In die weken van afwezigheid van de zoon hebben we stappen kunnen zetten. Toen de zoon en zijn vriendin weer thuis waren, hadden we eerst een spannend gesprek. Het is dan heel erg aftasten hoe je in de kwetsbare situatie toch door kunt pakken. Hoe je duidelijkheid kunt geven, want er kwam natuurlijk weerstand en verzet vanuit de zoon.
We zijn nu twee jaar verder, een tijd met ups en downs. Soms een afspraak bij meneer thuis soms op kantoor om de zoon te omzeilen. We hebben samen successen geboekt. De vriendin van de zoon heeft individueel hulp gekregen en woont nu bij het Leger des Heils in Enschede. Ze gaat werken aan haar verslaving en is blij met de zorg die ze ontvangt. De zoon heeft daardoor gezien dat hulpverlening ook positief kan zijn en wil nu ook de op zoek naar hulp om van zijn verslaving af te komen. Als dit gaat lukken dan kunnen we wat grotere stappen maken zoals het zoeken naar een meer passende woning voor meneer. De overlast van rommel en viezigheid in de tuin hebben we kunnen oplossen. Maar er zijn nog meer praktische dingen waar we mee aan de slag willen, zoals een grote schoonmaak en het opknappen van het huis. We zijn er nog niet, maar ik heb goede hoop dat we uiteindelijk voor alle drie passende hulp en woonruimte vinden, geen tijdelijke, maar een duurzame oplossing. Met geduld en een lange adem kun je veel bereiken.
Wat maakt dat jij “op de rails” wilt blijven doen?
Wat ik zo mooi vind aan mijn werk is dat het echt gaat om wat je komt brengen, dat je iets bijdraagt aan een duurzame oplossing. Dat begint soms heel basic met een voedselpakket. Hiervoor vraag ik bijvoorbeeld hulp van een kerk of organisatie. Zo komt er al een stukje rust, je kunt je voorstellen dat een hongerige mond geen oren heeft. En soms komen mensen bijvoorbeeld niet in aanmerking voor de voedselbank maar is de nood wel hoog. Is er eenmaal rust dan begint het vertrouwen en kun je samen gaan zoeken naar oplossingen. Met ups en downs. Samen kom je steeds een stapje verder. Ik hou gewoon van de uitdaging. En als iemand uiteindelijk niet op straat terecht komt en hulp aanvaard, dan ben ik blij!