Acht jaar geleden werd Jamy (18) uit huis geplaatst. Haar moeder kon door problemen de zorg niet meer aan. Anderhalf jaar woonde ze bij haar oma en opa en vervolgens in twee gezinshuizen. Sinds anderhalf jaar heeft ze een eigen kamer in het fasehuis dat op het erf staat bij gezinshuisouders Ilse en Christiaan. Jamy werkt daar aan haar zelfstandigheid en krijgt begeleiding van Ilse en Christiaan. Als professionele gezinshuisouders zijn zij continu beschikbaar. Moeder Bianca woont in Rotterdam. Jamy gaat geregeld een weekend naar haar moeder toe. Bianca en Ilse & Christiaan hebben regelmatig contact over Jamy. In deze mailwisseling vertellen ze elkaar hoe ze tegen hun samenwerking aankijken.
Goedemorgen Ilse en Christiaan,
Even een mail! Om jullie te vertellen hoe blij ik ben met wat jullie doen. Ilse, ik zal nooit vergeten dat je naar de hospice kwam, een paar weken voor mijn moeder overleed. Jamy ging toen bij jullie wonen. Het zat direct goed met jou. Als ik een persoon zie, dan heb ik een klik of niet. We hadden afgesproken dat jij het Jamy zou vertellen als haar oma overleden was. Aan jou kon ik het overlaten, omdat ik wist dat je het op een goede manier zou doen. Jamy heeft echt veel steun aan jullie gehad in die periode. Maar jullie waren er ook voor mij.
Jullie zijn warme, zorgende mensen, met een luisterend oor. Jullie zeggen het als ik het goed doe en ook als jullie het ergens niet mee eens zijn. Ik durf ook te bellen als het niet goed gaat en ik wil overleggen. Jamy heeft wel eens geklaagd over Christiaan, ik geloof haar dan gewoon, want kom niet aan Jamy. Toen heb ik het ook gelijk in de groep gegooid. Daarna hebben we het goed uitgepraat. Jullie hebben jullie verhaal gedaan en toen begreep ik hoe het zat. Jamy en ik hebben allebei een lichte beperking natuurlijk, dus bij ons werkt het soms wat langzamer.
Jamy kan best wel boos worden als iets niet naar haar zin gaat, maar jullie gaan daar goed mee om. Ilse, jij blijft heel rustig en reageert gewoon even niet op boze appjes. Ik merk trouwens dat Jamy bijna niet meer boos wordt. Zonder jullie was ze veel bozer gebleven. Ze is zo gegroeid. Vanuit jeugdzorg was ik eerst wantrouwig, maar ik word door jullie overal bij betrokken en daarom durf ik mijn dochter met een gerust hart aan jullie over te laten. Ik heb echt het gevoel dat we een team zijn, dat we het samen doen.
Jullie zijn lieve zorgzame mensen waar Jamy kind kan zijn, maar waar ze zich ook volledig kan ontwikkelen. Ik kan jullie niet genoeg bedanken voor alles wat jullie doen!
Groetjes,
Bianca
"Zonder jullie was Jamy veel bozer gebleven."
Hoi hoi Bianca,
Wat fijn om zo’n mail te krijgen! Wat is het inderdaad bijzonder geweest, hoe we bij elkaar betrokken raakten, die eerste maand nadat Jamy bij ons kwam wonen. Het was zo verdrietig voor Jamy dat oma in de hospice kwam en een paar weken later overleed. We kenden elkaar nog nauwelijks, maar door deze droevige situatie heen raakten we verbonden en ontstond onze mooie samenwerking. We waren blij dat we bij de begrafenis mochten zijn. Je betrok mij, Ilse, zelfs bij de bespreking met de dominee hoe de begrafenis zou gaan. Ik kreeg zoveel vertrouwen.
Ook na die periode blijft onze band goed. We vinden het knap, hoe je je zorg om Jamy kunt loslaten. Als ouders weten we hoe moeilijk dat is, maar het lukt jou om de zorg in onze handen te leggen. Wat ook heel mooi is: je bent recht door zee. Daar houden we van. Je hoeft bij jou nooit te denken: ze zegt ja, maar ze doet nee. What you see, is what you get! Als wij zien dat iets goed werkt voor Jamy, kunnen we dat met jou bespreken, zodat jij en je partner daar ook op kunnen letten. We spreken met elkaar één lijn af.
En je stelt je kwetsbaar op en staat open voor hulp. Je geeft aan: ik doe mijn best, maar soms lukt het niet of loop ik ergens tegenaan. Je spreekt ook je waardering uit dat wij zorgen voor Jamy. Dat vinden we echt bijzonder en niet vanzelfsprekend. Dan sta je met een doosje chocola voor de deur. Dat doet je dochter trouwens ook regelmatig. We geloven oprecht dat Jamy zich zo goed kan ontwikkelen op school en werk, mede doordat ze jou als moeder heeft. Daar heeft Jamy heel veel aan. Jij bent voor haar een veilige plek. Dat mag je ook weten en gaan voelen.
Natuurlijk blijft het voor jou moeilijk dat ze bij ons woont en niet bij jou. Dat hoeven we ook niet weg te poetsen, maar het is mooi dat we met elkaar het beste willen voor Jamy.
Groetjes,
Ilse & Christiaan
LEGER BETROKKEN BIJ ONDERZOEK NAAR RELATIONELE BEHOEFTEN JEUGDIGEN
Martine Noordegraaf doet als lector Jeugd en Gezin aan de Christelijke Hogeschool Ede praktijkgericht onderzoek. “Omdat er te veel breakdowns zijn in gezinshuizen* en in de pleegzorg, wilden we onderzoeken wat beschermend was voor een plaatsing. Weer een breuk in het leven van kinderen is niet behulpzaam. Sinds 2014 doen we daarom samen met onder andere het Leger des Heils onderzoek naar wat jeugdigen nodig hebben in de relaties met gezinshuisouders, hun ouders en familie.
In het onderzoek ‘Jouw gezin, mijn zorg?’ onderzochten we hoe het komt dat het soms wel lukt in gezinshuizen om biologische ouders een plek te geven en soms niet. In de kern is het antwoord op die vraag heel simpel: zowel de gezinshuisouders als de biologische ouders vinden elkaar belangrijk voor de opvoeding en werken eraan om de relatie goed te houden. Het is bijna een vorm van co-ouderschap, maar om dat goed te doen hebben beiden wel goede begeleiding nodig. Het risico op breakdown of loyaliteitsconflict wordt zo enorm verkleind. In het verleden is een verkeerd beeld ontstaan in de jeugdzorg: dat je een kind moest beschermen tegen zijn of haar verleden door het ver van zijn ouders vandaan te houden. Maar een kind blijft dan leven met pijn vanbinnen. Mensen zijn onvolmaakt en zijn tekortgeschoten. Je doet niet alsof dat niet bestaat, maar je moet helpen om die pijn een plek te geven en te helen. Dat gaat het makkelijkste als er een goede relatie is met de biologische ouders of de familie.
Het Leger des Heils had altijd best veel aandacht voor de samenwerking met ouders, maar na dit onderzoek wordt dat structureel meegenomen door te werken volgens ‘De relationele route tot gedeeld opvoederschap’. Dat is een aanpak waarbij de ouder een plek heeft van de uithuisplaatsing tot de afronding van een plaatsing. Zowel biologische ouders als gezinshuisouders krijgen daarbij begeleiding speciaal gericht op de samenwerking. Het is mooi om te zien hoe het Leger des Heils als organisatie deze aanpak omarmt.“
Meer lezen over het onderzoek over gedeeld opvoederschap?
*Het verschil tussen pleegzorg en een gezinshuis is dat in een gezinshuis in ieder geval een van de ouders professioneel hulpverlener is.