.
Kapper Leger des Heils

‘Na een knipbeurt voel ik me een ander mens’

Jimmy wordt door Garrick geknipt bij de kappersbakfiets

Maatschappelijke opvang Tekst: Wilfred Hermans / Beeld: Peter de Krom

Kleren maken de man, maar vlak een fris kapsel ook niet uit, zegt Jimmy, en hij kan het weten. Garrick is zijn begeleider in het instroomhuis aan de Zeeburgerdijk – onderdeel van de opvang voor dak- en thuislozen in Amsterdam – en als Garrick zijn knipkunsten vertoont, gebeuren er wonderen. “Als mijn koppie straks weer gedaan is, wil iedereen met me praten.”

Jimmy (41) en Garrick (40) leerden elkaar ruim tien jaar geleden kennen bij de daklozenopvang waar Garrick begeleider was. Ze verloren elkaar uit het oog toen Jimmy via het Leger des Heils een huis kreeg. Dat ze elkaar jaren later weer ontmoetten – dit keer bij het instroomhuis – gaf Garrick dubbele gevoelens. “Enerzijds betekende dit dat Jimmy blijkbaar weer hulp nodig had. Anderzijds was het gewéldig om elkaar weer te zien, want Jimmy is zo iemand die je bijblijft.”

Jimmy werkt op dit moment bij een scooterbedrijf, waar z’n zwarte handen van getuigen. Prachtig werk, vindt Jimmy, want er is altijd wat te doen, en je maakt mensen blij. Er zit een trieste reden achter zijn terugkomst bij het Leger, vertelt ‘ie. “Door het overlijden van m’n vader ging het met met mij bergafwaarts. Ik onttrok me aan de zorgverlening en kwam op straat te staan. Eigen schuld… Zo kwam ik bij het instroomhuis terecht.”

Liefdevolle aai over de bol

Liefdevolle aai over de bol
We lopen vanuit het instroomhuis naar een viaduct vlakbij. Garrick parkeert er zijn kappersfiets, waarover later meer. Deze plek is ideaal voor z’n mobiele kappersstudio, want je zit altijd droog en hebt de ruimte. Hij geeft Jimmy, die inmiddels heeft plaatsgenomen, een snelle, liefdevolle aai over z’n bol en zet de kappersspullen klaar. “Zo zo, je hebt een extra accuutje bij je?”, zegt Jimmy, alsof zijn aanstaande coupe een pittige klus gaat worden. “En ook nog een heggenschaar, zeker?” Hij heeft er zichtbaar zin in en weet al precies hoe hij z’n kapsel wil: gemillimeterd, overloopie en een ringbaardje, netjes getrimd. Het knippen gebeurt meestal op initiatief van Garrick, vertelt Jimmy. “’Tijd voor een knipbeurtje!’, zegt ‘ie dan. Hij is de enige die aan m’n haar mag komen. En Hanoch.”

Kapperszaak op wielen

Hanoch Limahelu is Garrick’s collega bij het Leger des Heils. In 2017 besloten ze hun hulpverleningsaanbod uit te breiden en ontstond het lumineuze idee om deelnemers te gaan knippen. Eerst moest er een kapperscursus gevolgd worden en met hulp van externe partijen werd een speciale kappersbakfiets ontworpen, zeg maar: een kapperszaak op wielen. Je klapt de stoeltjes uit, en kunt aan de slag; in kerken, buurthuizen, net waar er behoefte aan is. Vooralsnog knippen ze alleen mannen, net als de doorgewinterde barbiers, en onder daklozen is die groep ook het grootst.

Het aanbieden van een knipbeurt als onderdeel van de reguliere hulpverlening bleek een groot succes, zowel voor het personeel als voor de klant. Garrick: “Ik combineer twee passies in één baan, dat is zo tof! Eerder deed ik dat met salsa; ik heb op hoog niveau salsa gedanst en op een gegeven moment zette ik tijdens het werk gewoon een muziekje aan en begon te dansen. Langzamerhand zag je mensen ontdooien en begonnen ze mee te doen. Hetzelfde zie ik bij het knippen gebeuren. Ik heb een man geknipt die tot die tijd letterlijk geen woord sprak, mede vanwege een taalbarrière. Na de eerste knipbeurt begon ‘ie opeens te praten!”

Ander mens

Ook op Jimmy heeft een uurtje knippen grote invloed. Hij leeft van 35 euro per week, geld voor een kapper schiet erbij in. “Ik heb het weleens zelf geprobeerd met een bot scheermesje, maar toen liep ik erbij alsof ik zojuist had gevochten met een wilde boskat. Daarom ben ik zo blij dat het Leger des Heils ons een kans geeft om er netjes bij te lopen, als je dat zelf wil. Na het knippen voel ik me altijd een ander mens. Méns, ja, en geen zwerver meer. Nu heb ik nog een ruige baard en m’n haar zit slordig. Daarom droeg ik net een pet en vertoonde ik me voorheen minder op straat. Als ik straks klaar ben, gaat m’n pet af en loop ik er weer zo trots als een pauw bij. Ik durf weer op mensen af te stappen, maar ik merk ook dat mensen eerder op míj afstappen als ik er netjes uitzie. Als mijn koppie straks weer gedaan is, wil iedereen met me praten.”

‘Bij Garrick kan ik m'n hart effe luchten, ik voel me gehoord en begrepen.'

Het knippen is een vorm van liefdadigheid, zegt Jimmy. Iets waar hij – afkomstig van het kamp – in zijn leven weinig van heeft meegekregen. “Niemand van het kamp heeft de afgelopen jaren gevraagd hoe het met me gaat. Maar als ik bij het instroomhuis binnenloop, is het: ‘Hé Jimmy! Alles goed, jongen? Waar ben je zoal mee bezig?’ Het is belangrijk dat ik m’n verhaal kan doen.”

Knippen werkt therapeutisch

Zo’n goed gesprek is een gouden bijvangst van Garricks kappersinitiatief gebleken. Jimmy: “Bij Garrick kan ik m’n hart effe luchten, ik voel me gehoord en begrepen. Dát is liefde.” Garrick knikt enthousiast, terwijl zijn tondeuse vrolijk doorsnort en Jimmy een metamorfose ondergaat. “Die woorden doen me goed, en het is ook wederzijds. Ik voel me verbonden met Jimmy, en gelijkwaardig. Voor mijzelf is dit werk haast therapeutisch, ik leer heel veel van de mensen die ik knip. Hoe je met obstakels in het leven omgaat, jezelf staande houdt, ondanks grote problemen. Jimmy is altijd positief, dat bewonder ik. En ik weet zeker dat hij me direct helpt als ik bij hem zou komen met een probleem met m’n brommer.”

Naarmate Jimmy’s knip- en scheerbeurt verder vordert, wordt zijn glimlach steeds breder. Hier zit daadwerkelijk een ander mens. Hij is z’n wilde haren kwijt, maar blaakt weer van zelfvertrouwen. “Ik ga straks maar even een praatje maken met de vakkenvullers in de supermarkt. De vrouwelijke dan, hè.”