Eithels leven draait om een uniek, gedetailleerd systeem. Het houdt hem elke dag bezig. Het draait om zijn spel ‘ver-baal’, dat hij twee of drie keer per week speelt op basketbalveldjes in de stad. Vanaf een flinke afstand, minstens een half veld, gooit Eithel ballen richting de basket. Bij ieder raak schot noteert hij de minuut, de plek en de punten. Hij filmt alles, zodat hij thuis een compilatievideo kan maken.
Dit is zijn bewijs. De punten die hij met ‘ver-baal’ scoort, staan namelijk voor dollars die de bank aan hem zou moeten uitkeren. De bank ziet het anders, maar dat maakt voor Eithel niet uit. Hij lacht en haalt zijn schouders op.
Bewijs van rijbewijs
Inmiddels bestaat zijn bewijs uit een bonte verzameling papieren, schriften en video’s. Eens in de drie maanden maakt Eithel een eindoverzicht. Met een foto van zichzelf en zijn ballen, de ‘ver-baal’-scores, en een tekst die hij als een rap kan opdreunen, helemaal uit zijn hoofd. Dit overzicht, dat hij ook op T-shirts laat printen, noemt hij zijn ‘bewijs van rijbewijs’.
Zijn werk is niet bedoeld als kunst, maar als bewijs. Maar ook als je de regels van de ‘verkeertafel’ niet snapt, zie je dat het mooi is.
Zijn werk laat zien hoe Eithel de wereld ziet. Sport, verkeer, seks en zijn geboorteplaats Willemstad lopen er logisch in elkaar over. Hij noemt het basketbalveld de ‘verkeertafel’, en de basket een ‘stuur’. Vormen beïnvloeden zijn taal. De lichten van het stoplicht zijn net drie basketballen boven elkaar. En de ruitvormpjes van het basketbalnet doen Eithel aan een vrouwelijk geslachtsdeel denken: “De bal gaat in de k-u-t.” Vandaar. De woorden dansen over de pagina’s, lopen in elkaar over, en soms kun je de woorden van links naar rechts, van onder naar boven en weer terug lezen.